Beethoven zelf beschreef deze sonate uit 1816 als ‘een reeks indrukken en mijmeringen'. Ze is de eerste van zijn zogenaamde ‘late' sonates. Wellicht onder invloed van zijn bijna totale doofheid nam zijn muziek een nieuwe wending die persoonlijker, intiemer en soms zelfs vrijer en vreemder klinkt. Hij beheerst op volmaakte wijze de vormen, texturen en toonaarden en creëert zo een oeuvre met een opmerkelijke diepgang en schoonheid.
Conservatorium +
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Sonate nr. 28 in A-groot, op. 101
Etwas lebhaft, und mit der innigsten Empfindung
Lebhaft. Marschmäßig
Langsam und sehnsuchtsvoll
Geschwinde, doch nicht zu sehr, und mit Entschlossenheit.
Claude Debussy (1862-1918)
Préludes. Livre I
7. Ce qu'à vu le vent d'Ouest
10. La cathédrale engloutie
L'Isle Joyeuse
