Jos Van Immerseel
 Photo David Samyn

Jos Van Immerseel

Klavecimbel

Jos van Immerseel had vijf soorten leraars. De eerste gaven hem een algemene vorming, in de Latijn-Griekse humaniora. De tweede waren muziekleraars, met als belangrijkste: Eugène Traey voor piano, Flor Peeters voor orgel en compositie, Daniel Sternefeld voor orkestdirectie en Kenneth Gilbert voor klavecimbel. De derde soort leraars waren zijn instrumenten: talrijke historische orgels en vooral de historische klavecimbels en de Weense pianoforte in het Museum Vleeshuis te Antwerpen, waarop Jos jaren studeerde en waarmee hij vervolgens dertig jaar lang lesgaf, aan zowat 600 studenten uit heel de wereld. De vierde soort leraars waren de honderden muziekmanuscripten die Jos bestudeerde. De vijfde soort leraars, ten slotte, waren de vele goede musici met wie hij jarenlang mocht samenwerken. Als autodidact bestudeerde hij de toepassing van klassieke retorische principes bij het uitvoeren van muziek.
Onderrichten deed hij in het Museum Vleeshuis als leraar aan het Antwerps Conservatorium en als docent aan de jaarlijkse zomeracademie van het Ruckers Genootschap. Voorts doceerde hij pianoforte aan het Conservatoire National Supérieur in Parijs en gaf hij diverse cursussen aan de Schola Cantorum in Basel. Daarnaast gaf hij masterclasses aan een dertigtal muziekinstituten verspreid over de hele wereld. Ook was hij van 1980 tot 1985 artistiek directeur van het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam.
Hij was de stichter en gedurende 36 jaar dirigent van het orkest Anima Eterna, een symfonieorkest dat systematisch met historische instrumenten werkt, en gaf met dit orkest 700 concerten. Daarnaast was hij gastdirigent bij talrijke orkesten, waarbij hij de beste herinneringen bewaart aan het Budapest Festival Orchestra, het Radio Kamerorkest Hilversum, de Akademie für Alte Musik Berlin, Toronto Tafelmusik, het Radio-Sinfonieorchester Stuttgart en de Wiener Akademie. Als kamermuzikant werkte hij met tientallen musici, waarbij hij dankbaar terugdenkt aan onder anderen Jaap Schröder, Frans Brüggen, Paul van Nevel, Anner Bijlsma, Max van Egmond, René Jacobs, Magdalena Kožená, Claire Chevallier en Rian de Waal. De laatste jaren musiceert hij vaak met Midori Seiler, Ayako Ito, Yeree Suh en Thomas Bauer. De neerslag van zijn vele activiteiten is te vinden in 130 cd-opnames, die hij waarvoor hij doorgaans zelf de begeleidende teksten schreef. De instrumentencollectie die hij verzamelde omvat 15 klavecimbels en pianofortes, die hem vergezellen bij concerten en opnames.

Concert

07.07Don

Couperin, Balbastre, Duphly
Pièces de clavecin