De Franse klavecinist Bertrand Cuiller verdeelt zijn optredens tussen kamermuziekconcerten, klavecimbelrecitals en concerten met zijn ensemble Le Caravansérail.Hij werd geboren in een familie van muzikanten en begon op zijn 8ste klavecimbel te studeren bij zijn moeder. Hij vervolgde zijn studie een aantal jaren bij Pierre Hantaï en daarna bij Christophe Rousset, aan het Conservatoire National Supérieur de Musique (CNSM) van Parijs. Parallel studeerde hij ook barokke en moderne hoorn.Na zijn debuut met orkesten als Les Arts Florissants, Le Concert Spirituel, Le Poème Harmonique en Stradivaria besloot Bertrand Cuiller zich toe te leggen op persoonlijke projecten.Als solist is hij op vier gebieden actief: de Engelse muziek van de virginalisten (William Byrd, John Bull, Orlando Gibbons, Peter Philipps); de virtuoze sonates van Domenico Scarlatti; de Franse klavecinisten Jean Henry D'Anglebert, Louis Couperin, François Couperin en Jean-Philippe Rameau; en het oeuvre van Johann Sebastian Bach.Die verschillende repertoires zijn in zijn discografie terug te vinden bij labels als Alpha (Pescodd Time, Scarlatti-Soler), Mirare (Thomas Tomkins, Bach, Rameau) en, sinds 2017, Harmonia Mundi, waar Le Caravansérail zijn eerste cd opnam: A Fancy, musiques de scène anglaises du 17e siècle. Voor dit label ondernam Bertrand Cuiller met Le Caravansérail een langlopend project rond François Couperins volledige oeuvre voor klavecimbel.Sinds 2004 begeleidt hij Bruno Cocset bij de concerten en opnames van het ensemble Les Basses Réunies. Elke zomer doceert hij klavecimbel aan het Vannes Early Music Institute (VEMI).Hij geeft regelmatig masterclasses aan het CNSM van Parijs, aan de Schola Cantorum in Basel en aan het CNSM van Lyon.In 2015 richtte Bertrand Cuiller het ensemble Le Caravansérail op om kamermuziek – een genre dat hem na aan het hart ligt – in grotere bezettingen te verkennen. Zo zette hij projecten op rond Scarlatti-Händel (2015), Purcell en Locke (2016), en Bachs Brandenburgse concerten (2017). In 2018 bracht hij met het ensemble Rinaldo van Händel en Leçons de ténèbres van François Couperin.Sinds 2019 werkt hij samen met muzikant en componist Loïc Guénin en diens ensemble Le Phare à Lucioles. Hun eerste project, A birdcage played with toasting forks, ging in première in de abdij van Noirlac (Frankrijk), in coproductie met het Festival de Chaillol en de Cité Musicale de Metz.Voor de komende jaren richt hij zijn aandacht op Rome, 1650, een project rond Romeinse klaviermuziek na Frescobaldi (Ferrini, Fontana, Pasquini, Gassi); een grote cd-box met fragmenten uit opera's, cantates, koor- en orkestwerken, kamermuziek en klavecimbelsonates van Domenico Scarlatti (bij Harmonia Mundi); een tournee met de concerten voor 3 en 4 klavecimbels van Johann Sebastian Bach, uitgevoerd met Violaine Cochard, Pierre Gallon, Olivier Fortin en Le Caravansérail; het vervolg van de opnames en concerten rond Couperin, L'Alchimiste; en tot slot The Tempest, een muziekvoorstelling met Matthew Locke en Michelle Agnes Magalhaes, Le Caravansérail / l'Itineraire, in een regie van Guillaume Séverac-Schmitz.