Cécile Lastchenko, een Belgische mezzosopraan, studeerde operazang aan het Conservatoire Royal de Bruxelles, bij Marcel Vanaud, waar ze haar diploma als gespecialiseerde master behaalde met de grootste onderscheiding. Daarna behaalde ze een tweede Master of Music aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen, bij sopraan Yvonne Kenny.
Van 2014 tot 2019 studeerde Cécile aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth van België, bij José van Dam en Sophie Koch.
Als winnares van verschillende internationale wedstrijden treedt Cécile regelmatig op als soliste bij de Opéra Royal de Wallonie, in het Palais des Beaux-arts in Charleroi, in Brussel in BOZAR, het Théâtre Royal du Parc en Studio 4 in Flagey, maar ook bij de Fondation Louis Vuitton in Parijs, de Gulbenkian Foundation in Lissabon en Milton Court in Londen.
Kamermuziek speelt een essentiële rol in haar repertoire: Cécile vormt het duo "Entre Mère et Fille" met de pianiste Dominique Cornil, ze is geregeld te gast bij het ensemble Kheops en is betrokken bij een "Schubertiade"-project met het Trio Spilliaert.
Op het gebied van opera zong Cécile Susanna in Mozarts Nozze di Figaro in het Théâtre Royal du Parc in Brussel (2016) en Inès in Donizetti's La favorita in de Opéra Royal de Wallonie (2017). Ze zong ook de rollen van de eekhoorn, het herderinnetje en de kat in Ravels L'enfant et les sortilèges in Bozar in 2018, onder leiding van Otto Tausk, en in 2021 onder leiding van Michel Plasson. In 2022 is ze Rosina in Rossini's Il barbiere di Siviglia in het Palais des Beaux-arts in Charleroi. In 2024 zingt ze voor het eerst als soliste in de Opéra du Grand Avignon, als Laura in Luisa Miller van Verdi.
In december 2024 zingt ze de alt-solopartij in Bachs Hohe Messe in h-Moll (BWV 232) in Bozar, onder leiding van Jacques Vanherenthals.
