Na zeven originele albums die wereldwijd erg lovend ontvangen werden, heeft Guillaume Coppola inmiddels "de mooie plaats die hij inneemt binnen zijn generatie bevestigd" (Diapason). In Le Monde vergeleek recensent Pierre Gervasoni hem zelfs met de grote Arturo Benedetti Michelangeli.
Hij was al te horen in een twintigtal landen, op prestigieuze podia in Frankrijk en Europa als Salle Pleyel, La Roque d'Anthéron, Folle Journée de Nantes, Piano aux Jacobins, Festival Chopin in Parijs, Festival Radio France en in Montpellier, Concertgebouw in Amsterdam, Rudolfinum in Praag, Philharmonie van Luik... Zonder zijn tournees in Azië en Zuid-Amerika te vergeten. Hij wordt uitgenodigd door orkesten als het Orchestre National de Montpellier, het Orchestre Symphonique de Saint-Étienne en het Orchestre Victor Hugo Franche-Comté, en speelde al onder leiding van Arie van Beek, Enrique Mazzola, Laurent Campellone.
Samen met Hervé Billaut vormt hij een zeer opmerkelijk duo (twee albums en tientallen concerten). Daarnaast is hij een gewaardeerde partner van Raphaël Perraud, Arnaud Thorette, Lise Berthaud, Régis Pasquier, Patrice Fontanarosa, Marc Mauillon, en van de strijkkwartetten Voce, Parisii, Debussy en Alfama. Hij neemt deel aan producties die muziek en vertellingen combineren, in samenwerking met François Castang, Marie-Christine Barrault of Didier Sandre. Hij werkt tevens samen met componisten als Florentine Mulsant, Marc Monnet, Isabel Pires, Gao Ping en Steven Stucky.
Als leerling van Bruno Rigutto aan het CNSMD van Parijs, waar hij twee Eerste Prijzen in piano en kamermuziek behaalde, perfectioneerde hij zich in talrijke masterclasses in Frankrijk en daarbuiten. Zijn beginjaren werden gekarakteriseerd door waardevolle ondersteuning door het programma Génération Jeunes Interprètes van Radio France, de Lion's Club, de stichtingen Cziffra en Bourgeois, de Prix Déclic van het Institut Français, en de New Masters on Tour.